Als je vanuit een bepaalde hoek Rotterdam inrijdt, kan het zomaar gebeuren dat je op een gebouw een uitspraak in neonletters ziet: ‘Rotterdam, stad van doeners en durfals’. Rotterdam is blijkbaar een stad die durft en doet. Een poos lang heeft Rotterdam dit zelfs als slogan gehad: ‘Rotterdam durft’.
In een advertentie uit die tijd las ik: “Rotterdam heeft een nieuw motto. ‘Rotterdam durft’. In de straten en op de kades van de stad is voor die stelling veel bewijsmateriaal te vinden.” En de advertentie eindigt dan met de woorden: “De ene mens durft meer dan de andere. De pionier, de voorloper, de vernieuwer, de frontsoldaat. Maar ook de ondernemer en de kunstenaar. Ze hebben geen andere keuze, ze móeten durven. Rotterdam durft, omdat Rotterdamers durfden en durven”.
Lefgozertjes
Wat mij daarbij raakt is dat zinnetje ‘ze móeten durven’. Moeten durven, dat zit ons in het bloed. Niet zomaar omdat we een stad van lefgozertjes zijn, maar omdat we geen andere keuze hebben. Lang geleden hadden wij geen andere keuze dan te herrijzen uit de puinhopen van oorlog en geweld. Steen voor steen, huis voor huis, straat voor straat bouwden wij weer op. Wij durfden dat, wij hadden daar moed toe, omdat we niet anders konden, maar ook… …omdat wij blijkbaar geloofden dat deze stad de moeite waard is. Omdat dit onze thuishaven is. Een plek om aan te leggen, voor wie je ook bent en waar je ook vandaan komt.
- Als we overspoeld dreigen te raken, graven wij ons uit.
- Als we verdeeld worden, bouwen we bruggen (soms heel letterlijk).
- En als er geen steen meer op de andere staat, stropen wij onze mouwen op en bouwen wij op.
Opstaan uit de puinhoop
Opstaan uit de puinhoop. Dat is waar wij Rotterdammers goed in zijn. En dat is ook waar wij, christenen door heel de stad, de laatste dagen intensief mee bezig waren. Wij vierden Pasen. Een feest van opstanding, daar waar opstanding juist een onmogelijke uitdaging lijkt. Een feest waar dood en leven, geweld en vrede, angst en durf gevaarlijk dicht langs elkaar schuren.
En dat doet het in deze tijd ook. Met toenemende angst kijken velen van ons toe hoe het geweld steeds dichterbij lijkt te komen. Eerst Parijs. Toen Brussel. En wie weet… …straks Rotterdam? Gisteravond nog werden er woningen van terreurverdachten aan de Mathenesserweg doorzocht en waren er arrestaties. En met toenemende angst zien we hoe blind geweld steeds meer de wereld overspoelt en resoneert in onze harten en onze zielen. En we constateren dat op die manier angst wordt gezaaid. En in de kielzog daarvan: verdeling.
De handen ineen
En wat doe je dan? Wat doen wij dan? Als Rotterdamse gelovigen? Wij slaan de handen ineen. Gelukkig ook heel letterlijk, zoals we hier samen, de kleurrijke geloofsgemeenschappen van Rotterdam, ons uitspreken voor vrede en samenhorigheid.
Maar we slaan ook de handen ineen zoals wij als gelovigen dat zijn gewend te doen. In gebed voor de stad, zoals wij dat leren van de profeet Jeremia. Hij schrijft het joodse volk – vreemdelingen in een stad, zoals ik wij wel een beetje vreemdeling zijn – om de vrede van de stad te zoeken. En voor haar te bidden tot de heer. Want in de vrede van de stad, zal ook onze vrede gelegen zijn.
Graag deel ik met u het gebed dat waarvan ik sterk vermoed dat het door een heilige met een Rotterdamse inborst is geschreven, de zegenbede van Franciscus:
Moge God ons zegenen met ongemak bij gemakkelijke antwoorden, halve antwoorden en oppervlakkige verhoudingen, zodat we diep vanuit ons hart mogen leven.
Moge God ons zegenen met woede bij onrechtvaardigheid, onderdrukking en uitbuiting van Gods schepselen, zodat we mogen werken aan rechtvaardigheid, vrijheid en vrede.
Moge God ons zegenen met tranen om te vergieten voor hen die lijden aan pijn, verwerping, honger en oorlog, zodat we onze handen kunnen uitstrekken om hen te troosten en om hun pijn in vreugde te veranderen.
En moge God ons zegenen met genoeg dwaasheid om te geloven dat we een verschil kunnen maken in de wereld, zodat wij kunnen doen waarvan anderen zeggen dat het niet gedaan kan worden.
Doeners en durfals
Willekeurig van waar je Rotterdam binnenkomt. In de straten en op de kades van de stad is er volop bewijsmateriaal te vinden: Rotterdam is een stad van doeners en durfals. Maar wat doen en durven wij dan?
Wat wij doen: wij zoeken de vrede voor de stad.
Wat wij durven: wij bidden voor de stad.
En samen staan wij op:
Wij staan op tegen verdeling.
Wij staan op tegen angst.
Wij staan op tegen geweld.
Maar bovenal:
Wij staan op vóór verbinding.
Wij staan op vóór vreugde.
Wij staan op vóór vrede.
En dat doen we niet alleen, maar met al onze geloofsbroeders en –zusters in deze stad. Of we nu moslim, jood, of christen zijn: wij doen dat en wij durven dat. Doet en durft u met ons mee?