Bij ons, in de NGK Oegstgeest e.o., hebben de kinderen in de adventsperiode het verhaal van Jona gevolgd, zoals aangereikt door ‘Vertel het Maar‘. Een mooi project, maar, als voorganger op eerste Kerstdag vond ik het maar wat lastig om het verhaal van Jona aan het kerstkindje te koppelen. De lijn tussen Jona en Pasen is, zeg maar, wat gemakkelijker dan de lijn tussen Jona en Kerst. Dit is hoe ik het heb gedaan (tijdens de dienst op eerste Kerstdag, waarbij de kinderen in de kerk bleven):
Hij komt! Goed nieuws of slecht nieuws?
Stel, je zit op school, in de klas. En er zijn twee klassen naast elkaar waar de juf even weg is. En dan niet zomaar even een minuutje, maar echt wel een poos. Dat je op een gegeven moment denkt: wat nu? Wat doe je dan? Wat gebeurt er dan?
Keten & klieren
Dikke kans dat jij en je klasgenoten en de kinderen van die andere klas gaan keten (dat zou ik tenminste wel hebben gedaan). En voor je het weet is de klas een zootje: alle boeken liggen op de grond, iemand heeft met krijt op de muur getekend, pakjes drinken liggen te lekken, en iemand anders is de hele tijd heel hard vieze grappen aan het vertellen.
En dan ineens komt één van de kinderen uit een hogere klas binnen: ‘Pas op! De juf komt er weer aan!’ En hij rent gauw verder om het ook aan de andere klas te vertellen.
Twee dingen
Wat denk je wat er gebeurd? Nou, in dit verhaal gebeuren er twee dingen.
- In de eerste klas, gebeurt wat je misschien zelf ook zou doen: de kinderen kijken om zich heen, ze zien wat ze hebben gedaan, krijgen spijt en gaan zo snel mogelijk opruimen en hopen dat de juf niet al te boos is als ze terug komt.
- Maar in de tweede klas gebeurt er iets heel anders! De kinderen daar weten heus wel dat de juf boos zal worden (of tenminste, dat denken ze te weten). Maar eigenlijk kan ze dat niets schelen. Eigenlijk willen ze helemaal niet dat de juf terug komt. Ze vinden de klas zoals ‘ie nu is, eigenlijk veel te leuk en hebben ze helemaal geen zin op te ruimen! En dus schuiven de kinderen in die klas alle tafels en stoelen voor de deur zodat de juf niet naar binnen kan!
Nineve & Jeruzalem
- In die ene klas lijken de kinderen wel een beetje op de inwoners van Nineve – ze maken er een zootje van, maar als Jona langskomt, krijgen ze spijt, ruimen ze alles op en doen ze hun best om weer netjes te zijn.
- In die andere klas lijken ze wat meer op de bewoners van Jeruzalem. Ook daar krijgen ze nieuws. Maar ze blijven bij hun slechte gedrag.
En wat ik nog vreemder vind:
- In Nineve krijgen ze slecht nieuws (‘God komt de stad verwoesten!’), maar reageren ze goed;
- En in Jeruzalem krijgen ze goed nieuws (‘De Koning is geboren!), maar reageren ze slecht!
Dat vind ik wel bijzonder. Want je zou verwachten dat mensen slecht reageren op slecht nieuws en goed reageren op goed nieuws. Toch?
Linksrechts
En dan nog iets: in Nineve hadden ze nog nooit van God gehoord (God zegt over hen zelfs: ‘ze weten het verschil niet tussen links en rechts’), maar in Jeruzalem hadden ze wél van God gehoord. De stad waar nota bene de tempel stond! In Jeruzalem wist iedereen: er komt ooit een Messias, een nieuwe koning en die zal ons allemaal redden. En als de Wijzen uit het Oosten dat nieuws dan komen brengen, dan worden ze niet blij, maar krimpen ze ineen! Raar toch?
Aan de hand
Dit is er volgens mij aan de hand:
- Ik denk dat de inwoners in Nineve en de inwoners in Jeruzalem eigenlijk dezelfde boodschap krijgen;
- Net als die klassen, die dezelfde boodschap krijgen. En die boodschap luidt: ‘God komt eraan!’;
- En in Nineve denken ze: ‘Oh, gelukkig, nu is het eindelijk voorbij met de ellende. Nu kunnen we schoon schip maken, opruimen!’;
- Maar in Jeruzalem denken ze: ‘Nu is het uit met de pret!’
- In beide steden weten ze precies wat er gaat gebeuren…:
God komt. God komt naar de aarde, hij komt naar ons toe. Om bij ons te zijn, om ons voor te doen wat het betekent om bij Hem te horen en om al onze rommel op te ruimen.
Laat je hem de koning zijn
En sommige mensen vinden dat fijn – en sommige mensen niet. Vandaag met kerst krijgen wij allemaal dezelfde boodschap: ‘Er is een Koning geboren!’ Dat nieuws is goed nieuws, want die nieuwe koning houdt heel veel van ons.
En de vraag aan ons is dan: Laat je dat kindje dan ook de koning zijn? De koning over deze wereld. De koning over dit land. De koning over deze kerk. De koning over jou en mij en ons allemaal? Laten we het maar doen. Want deze koning is echt heel goed nieuws:
Er is een kind geboren, we hebben weer een koning. Hij zal over ons regeren. En zo zullen de mensen hem noemen: Wijze Bestuurder, Sterke God, Vader voor Altijd, Koning van de Vrede. (Jes 9: 5 – BGT)