Als buurtpastor doe je een hoop dingen die je niet dacht te zullen gaan doen. Bankstellen sjouwen bijvoorbeeld. Daar zijn we niet voor opgeleid en het is lastig om erop te reflecteren (‘Wat deed het met je?’ ‘Ik kreeg er rugpijn van.’). Of toiletrollen ophangen. Dat doe ik overigens graag, want ik ben fanatiek (zo niet fundamentalistisch) ván-de-muur-hanger. En zo kan ik mijn toiletroldoctrine aan iedereen opleggen. Maar goed, zo zijn er nog een paar activiteiten die horen bij het leiden van een wijkgebouw, waarin je niet alleen je handen vouwt, maar ook regelmatig laat wapperen!
Paastakken
Laatst mocht ik weer zo’n activiteit aan mijn lijst toevoegen: de paastakken opruimen. Ieder jaar staan ze rond de Paasdagen Wijkgebouw De Bron op te sieren. Dit jaar wat later, omdat de vaas waar ze normaliter in staan, kwijt was. Hierdoor moesten ze ook een paar dagen zonder water en maakten we niet mee dat ze in bloei kwamen te staan. Wel genoten we van hun mooie vorm en de paasversierselen die erin hingen.
Bloeien
Maar bloeien, ho maar. En ik – kersvers aan deze baan begonnen en bang dat ik het allemaal verklooi – begon die takken al bijna als metafoor te zien.
- Je doet echt je best: de takken waren er op tijd en de vaas stond een dag van te voren nog gewoon op zijn plek.
- Je probeert er wat van te maken en dan gebeurt er ook wel wat moois: één van onze bezoeksters had nog een vaas thuis, een ander deed wat Oasis (van dat groene steekschuim, leerde ik) op de bodem en goot er wat water bij, en weer een ander versierde de takken.
- Maar uiteindelijk wordt het niet wat je had gehoopt: hoezeer je het ook probeert, het blijft een kale boel.
De moed zakte me wat in de schoenen. Waar was ik aan begonnen? Zou dit het worden? Zoveel moeite doen, maar alleen oppervlakkig wat bereiken? Takkezooi! Maar…
Microshalom
Ergens in die periode schoof ik aan bij een bijeenkomst waarin we het thema ‘Shalom’ doorspraken en doordachten. Ik merkte: vaak ben ik geneigd om heel groot over Shalom te denken. Over (hemel- en) aardverschuivingen die Gods vrede teweegbrengt (en zal brengen!) in de wereld. Maar zelden denk ik over Shalom als iets heel kleins. Of liever gezegd: ‘dácht ik…’ Want dit werk in De Bron maakt dat ik het ‘Microshalom’ moet gaan zien. Zoals die takken niet uitbarstten in fris lentegroen, zo zou het zomaar kunnen dat mijn werk in De Bron niet één van de grote successen is, maar van de kleine overwinningen. En we weten allemaal: die zijn misschien nog wel mooier. Zoals één van onze vaste bezoeksters die na weken revalidatie weer de trap van haar huis op kon. Of die jongen op huiswerkbegeleiding die eigenlijk heel goed in zijn huiswerk blijkt te zijn. Of dat meisje die met hart en ziel meezingt en even alles kan vergeten. Of die vrijwilliger die met slechts 200,- een kei van een feestdag weet neer te zetten.
Tóch!
En dus – dat alles overdenkende – zat ik in het kantoortje. De paaseitjes uit de takken te peuteren. De dorre stukken klein te breken, zodat ze in de vuilnisbak passen. De natte en ietwat beschimmelde oasis eruit te lepelen om de vaas weer schoon te kunnen maken.
En toen zag ik het… Het allerlaatste takje had toch nog een stekje gekregen.
Heel klein, net wat verborgen in een knoestje, maar toch: fris groen én levend!
Stil van
Ik werd er even stil van. Al die tijd leek de metafoor van die dorre paastakken op te gaan: die geen leven voorbrachten, hoeveel moeite je ook doet. Maar daar was het weerwoord: nauwelijks hoorbaar, maar onmiskenbaar. Als de stilte van een leeg graf. Ik had er geen rekening (meer) mee gehouden, maar toch was het er. Ik zocht er zelfs niet eens meer naar, maar toch was het er. Leven waar je het niet verwacht, hoop waar je het niet meer zoekt.
Nou ja, als deze paastakken dan metafoor moeten zijn voor het werken in en rond Wijkgebouw De Bron, dan graag zo! Dat er op kleine en betekenisvolle manieren groei ontstaat. Hoe pril misschien ook. En misschien wel op plekken en in mensen waarvan niemand dacht dat het ooit zou komen. Dat er in de takkezooi van ons leven tóch nog groei en bloei komt. Dat is Pasen in het klein. En dus tóch shalom in het groot. Hallelujah!