Voordat ik kerkelijk werker werd, was ik werkzaam in de reclamewereld. Ik schreef teksten voor keukens en auto’s. ‘Deze fraaie keuken oogt misschien wel nostalgisch, maar de apparatuur voldoet aan alle eisen van deze tijd!’ Of: ‘Ziet uw directeur u niet staan? In deze Mazda bent u in ieder geval een bestuurder van formaat’. Dat werk…
Op een zeker moment werkte ik bij een klein reclamebureautje in het hart van Rotterdam. En nu moet u weten dat er bij reclamebureaus zogenaamde ‘creatieve teams’ werken. Dat wil zeggen: tekstschrijvers (zoals ik) worden gekoppeld aan vormgevers (zogenaamde ‘art-directors’). En wat wil nu het geval: bij dat bureautje was mijn teammaat een gozer uit Den Haag: Peter – Petáh.
Naar de markt
En wij konden het goed met elkaar vinden. Rotterdamse en Haagse directheid gaan kennelijk goed samen. We lachten heel wat af. En in de pauze gingen we vaak samen even de deur uit om te lunchen. Zo ook iedere dinsdagmiddag, dan liepen Peter en ik naar de markt om een harinkje of een bakkie kibbeling te halen. Uiteraard bij een Scheveningse visboer.
Daar kochten we dan wat, maakten nog eens een opmerking over het weer, of een grap met de visboer – en dan gingen we weer terug. Altijd als we weer naar kantoor trokken, stak Peter zijn hand op en riep naar de visboer: “Goeie Stoom!”
Goede stoom!
‘Goede stoom!’ Dat bleek – Peter was er geboren en getogen – een bij uitstek Scheveningse groet te zijn. Iets dat de vissers en de schippers elkaar op de kade, bij vertrek, wensten. Ik houd van dat soort eigen gewoontes en dat soort eigen taal. Het verbind op een manier die tegelijk wel en niet in woorden is uit te drukken.
Lekker doorkachelen
‘Goede stoom!’ Dat is altijd bij me blijven hangen. Niet alleen als herinnering aan een fijne collega, maar ook vanwege de uitspraak zelf. Is het immers niet véél logischer om elkaar een ‘Goede vangst’ te wensen. Of een ‘Veilige thuiskomst’. Nee, in plaats daarvan wenst men elkaar ‘Goede Stoom’. Dat wil zeggen dat de motor lekker doorkachelt. Dat ‘ie krachtig door de golven klieft. En zonder problemen door blijft draaien. Dat niet alleen je vertrek en aankomst gezegend is, maar juist de reis ertussen.
Stip op de horizon
Dát snijdt houdt. Wij denken in onze westerse maatschappij wel eens heel veel in eindpunten en in stippen aan de horizon. ‘Als ik dit en dat nou bereikt heb, dan wordt alles beter…’ Maar wat als je op het punt komt als de jaren die achter je liggen veel meer zijn dan de jaren die je nog in het verschiet hebt? Of dat je ziek wordt, met weinig kans op herstel? Of dat je simpelweg geen stip op de horizon kan bedenken? Of dat je gedwongen bent – zoals wij eigenlijk allemaal – om bij de dag te leven?
Wens voor op reis
Dan is ‘Goede Stoom’ eigenlijk een hele goede wens. Een wens voor wie op gewoon op reis is, zoals jij en ik. Op weg in het leven. Heus wel wetende van, hopende op en verlangende naar de belofte die in het verschiet ligt. Maar vooral gewoon… …op weg.
Zoals het lied:
Ga met God en Hij zal met je zijn
jou nabij op al je wegen
met Zijn raad en troost en zegen.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
Of die mooie Ierse zegenbede:
May the road rise up to meet you…
Maar als je het graag kort houdt, dan is deze wens toch wel een hele rake: Goede stoom!