God qualifies the called?

geplaatst in: Uncategorized | 0
 
Ik, illegale dingen aan het doen…

Toen ik mijn eerste stage liep op Rotterdam-zuid was er eens een bijeenkomst van voorgangers. Mijn stagebegeleider nam me mee. Ik weet niet meer precies waar de bijeenkomst over ging, maar ik weet nog wel hoe ik me voelde: overweldigd.

Supergelovigen

In de aanwezigheid van zoveel ‘vakgenoten’ (want een theoloog voelde ik mij nog allesbehalve) bevloog mij een diep gevoel van ‘wie ben ik?’. Wie ben ik om dat ik het lef heb om me bij deze groep (professionele super-) gelovigen te gaan voegen? Toen ik dit gevoel deelde met mijn stagebegeleider, volgde er een belangrijke les die ik sindsdien altijd bij me mocht dragen. Hij zei, zelf ook een Hbo-theoloog: ‘Luister Bram, dit is wat ik heb geleerd: “God doesn’t call the qualified, He qualifies the called”’. Met andere woorden: ‘God roept niet de gekwalificeerden, Hij maakt de geroepenen gekwalificeerd’.

“God doesn’t call the qualified,
He qualifies the called”

Mag ik?

Die uitspraak heeft me sindsdien steeds vergezeld als ik een stap moest en mocht nemen in mijn kerkelijke loopbaan waarvan ik dacht: ‘kan en mag ik dit wel?’. Oók toen ik solliciteerde als Hbo-voorganger van een gemeente die eigenlijk een ‘echte’ dominee moest beroepen. Inmiddels mag ik al bijna drie jaar Crosspoint – Protestantse Gemeente in Nieuw-Vennep – dienen als voorganger. Maar eigenlijk pas het laatste half jaar ‘volwaardig’. Dat zit zo.

Twee jaar

Ook al had mijn gemeente toestemming van de classis om een Hbo-voorganger aan te trekken, het tekenen en ingaan van de arbeidsovereenkomst betekende niet – een Bachelor in Divinity, premaster, minor kerkelijke route en twaalf jaar (s)preekervaring ten spijt – dat ik met het werk kon beginnen. Preken en het bedienen van de sacramenten mocht ik pas ná het meedoen aan een aanvullende training. Die heeft – ik zal je de details besparen – maar liefst twee jaar in beslag genomen, inclusief de aanvraag en het traject bij de preekconsentencommissie. Om uiteindelijk de bevoegdheid te krijgen voor eenzelfde periode. In de tussentijd moest ik het doen met het preken dat oogluikend werd toegestaan door de classis en het invliegen van collega’s voor de sacramenten.

Beschadigd

Het was vernederend, niet uit te leggen aan mijn gemeente (‘maar je bent toch onze dominee?’), heeft me beschadigd achtergelaten en erger nog: veel gemeenteleden hebben doop, opdragen en belijdenis uitgesteld totdat ik wel ‘gekwalificeerd’ was. De roeping die ik voelde en de roeping die de gemeente in mij en met mij ervaarde, werd geborneerd door wat wij voelden als heel veel bureaucratische verplichting, zonder dat er werd gekeken naar wat de context werkelijk vraagt. Ik voelde me niet gezien en erkend. Dat gevoel word bij mij niet weggenomen door het nieuwe rapport rond de ambtsvisie van de PKN ‘Geroepen door Christus’.

Misstanden

Collega Jan Willem Hengeveld, (Hbo) geestelijk verzorger in de GGZ, wees me erop dat er in het rapport twee keer de term ‘misstanden’ valt. Beide keren lijken voor mij de sfeer van het rapport samen te vatten: meer uit zijn op indammen en inkaderen, dan op het ontdekken en vormgeven van nieuwe mogelijkheden die passen bij nieuwe vragen, behoeften en contexten. Ik heb daarom weinig vertrouwen in de invulling van een ‘vierde ambt’, als het vooral bedoelt is om een afgebakend hokje te creëren. Dan hebben we slechts één deel van de paradox opgelost dat het onderzoeksrapport ‘Geroepen om te dienen’ van maart jl. noemt: wel landelijke duidelijkheid, maar slechts bar weinig ruimte voor de plaatselijke praktijk.

Ondertussen ga ik maar gewoon door. Springen door de hoepels die voor me liggen. Dansend rond de regels. En voorlopig misschien meer ‘called’ dan ‘qualified’. Ik wens de leden van de synode heel veel wijsheid, zegen en ruimte toe bij de besluitvorming.